Treasury
Wetterskip Fryslân heeft een groot deel van haar bezit gefinancierd met vreemd vermogen. Financiering is aangetrokken door middel van leningen bij banken en één lening bij de provincie Limburg. Op basis van de begroting heeft Wetterskip Fryslân te maken met een structurele financieringsbehoefte. Dit wordt veroorzaakt door voorgenomen investeringsplannen en aflossingsverplichtingen op de lopende leningen. Bij treasury draait het om het aantrekken van voldoende middelen om aan alle verplichtingen te voldoen. Hierbij moet worden voorkomen dat er overschotten ontstaan. Verder moet dit tegen zo laag mogelijke kosten (rente) gebeuren en moeten de risico’s binnen de afgesproken normen (onder andere Wet FIDO en treasurystatuut) blijven.
De treasurycommissie komt minimaal vier keer per jaar samen. Besluiten die passen binnen het treasurystatuut en het treasuryjaarplan worden vastgelegd door middel van schriftelijke transactievoorstellen. Hiermee is ‘het beheer van middelen’ adequaat ingericht.
Volgens het treasurystatuut van Wetterskip Fryslân wordt jaarlijks, als onderdeel van de begrotingscyclus, een treasuryjaarplan opgesteld. Dit jaarplan plaatst het treasurybeleid in een meerjarig perspectief en beschrijft de treasurydoelstellingen voor het begrotingsjaar.
Rente
Rentemanagement
We houden ons actief bezig met rentemanagement. In de onderdelen hieronder is dit verder uitgesplitst.
Kasgeldlimiet
Met de kasgeldlimiet wordt een grens gesteld aan de omvang van financieringen met een rentetypische korte looptijd van één jaar. Achterliggende gedachte hierbij is het vermijden van te hoge renterisico’s. Bij de berekening van de kasgeldlimiet wordt uitgegaan van de bruto lastenkant van de begroting. Voor de waterschappen is de norm vastgesteld op 23%. Voor 2022 bedraagt de kasgeldlimiet voor Wetterskip Fryslân € 42,1 miljoen (23% van € 182,8 miljoen).
De liquiditeitsbegroting voor 2022 laat het verloop van de geraamde kortlopende vorderingen en/of schulden zien.
Kortlopende vordering/schuld kasgeldlimiet | |||
Ultimo kwartaal | Gemiddelde kortlopende schuld (A) | Kasgeld limiet (B) | Additioneel te financieren (A-B) |
---|---|---|---|
I | 39,4 | 42,1 | -2,7 |
II | 50,9 | 42,1 | 8,8 |
III | 57,5 | 42,1 | 15,4 |
IV | 53,0 | 42,1 | 10,9 |
Renterisiconorm
Volgens de Wet FIDO mag in elk kalenderjaar het renterisico niet meer bedragen dan 30% van het begrotingstotaal. Hierbij bestaat het renterisico uit het saldo van de verplichte aflossingen en de renteherzieningen op de bestaande leningenportefeuille.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het renterisico over de jaren 2022 tot en met 2026.
Renterisiconorm | |||||
---|---|---|---|---|---|
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
1. Begrotingstotaal | 182,9 | 182,9 | 185,4 | 191,7 | 197,9 |
2. Vastgesteld percentage | 30% | 30% | 30% | 30% | 30% |
3. Renterisiconorm (30% van 1.) | 54,9 | 54,9 | 55,6 | 57,5 | 59,4 |
4. Renterisico op de vaste schuld | 48,6 | 24,3 | 13,6 | 10,0 | 10 |
Ruimte (3-4) | 6,3 | 30,6 | 42,0 | 47,5 | 49,4 |
Rentepercentages
Voor het doorrekenen van de begroting 2022 gaat Wetterskip Fryslân uit van een oplopende korte en lange rente volgens de uitgangspunten van de Kaderbrief 2022-2026 (zie paragraaf 9.1). In de onderstaande tabel worden de begrote rentelasten en -opbrengsten weergegeven.
Rentelasten
(bedragen x € 1 miljoen)
Begroting 2022 | Begroting 2021 | |
Rente leningen lang | 12,0 | 12,1 |
Rente leningen kort | 0,0 | 0,2 |
Totaal | 12,0 | 12,3 |
Voorzien in financieringsbehoefte | |
---|---|
Kasstroomoverzicht | |
Totaal opbrengsten | 178,2 |
Storting reeds afgesloten leningen | 20,0 |
Cash in flow | 198,2 |
Totaal kosten | -182,9 |
Afschrijvingen | 42,2 |
Overlopende rentelasten | 0,1 |
Dotatie aan voorzieningen en ‘onvoorzien’ | 0,5 |
Cash flow investeringen | -74,0 |
Aflossingen bestaande leningen | -8,6 |
Cash out flow | -222,7 |
Raming liquiditeitspositie | |
Liquiditeit 1 januari 2022 | -32,1 |
Cash in flow | 198,2 |
Cash out flow | -222,7 |
Liquiditeiten 31 december 2022 | -56,6 |
De financiering vindt als volgt plaats: | |
Rekening courant (kasgeld-limiet) | -42,1 |
Nieuwe langlopende leningen (> 1 jaar) | -14,5 |
Totale financiering | -56,6 |
Uit voorgaand overzicht blijkt dat Wetterskip Fryslân in 2022 een liquiditeitstekort heeft van € 56,6 miljoen. Dit tekort kan in 2022 gedeeltelijk worden gefinancierd binnen de kasgeldlimiet en zal voor het resterende deel door middel van langlopende leningen worden gedekt. Als de rentepercentages voor langlopende leningen stijgen kan een gedeelte van de langjarige financieringsbehoefte door middel van langlopende leningen, eventueel met een uitgestelde storting, worden afgedekt.
EMU-saldo
EMU-saldo, renterisiconorm en schuldpositie
Op 3 maart 2015 heeft het algemeen bestuur besloten om zowel de EMU-referentiewaarde als de renterisiconorm als uitgangspunt te nemen bij het beoordelen van de investeringsplanning en de schuldenpositie en hiermee bij de begroting en het meerjarenperspectief rekening te houden.
Deze paragraaf beschrijft de ontwikkeling van het EMU-saldo. Hiervoor is de renterisiconorm toegelicht. Ook wordt de ontwikkeling van de schuldenpositie weergegeven.
EMU-referentiewaarde
Het doel van de Wet HOF is ervoor te zorgen dat Nederland voldoet aan de binnen Europa afgesproken norm van maximaal 3% te kort op de begroting. De 3%-norm is daarbij door vertaald naar een aandeel voor de decentrale overheden. Het Rijk hanteert een zogenaamde ‘macronorm’ voor de drie decentrale overheden gezamenlijk. Voor het kabinet is er geen aanleiding om in te zoomen op sectoren (en dus ook niet op individuele overheden) zolang de norm voor de decentrale overheden als geheel niet wordt overschreden. De individuele EMU-referentiewaarden zijn vooral bedoeld als richtsnoer voor het toegestane tekort op het niveau van individuele overheden.
In 2018 hebben de Unie van Waterschappen, IPO en VNG met het kabinet afspraken gemaakt over de ruimte in het Nederlandse EMU-tekort voor de decentrale overheden in de periode 2019 tot en met 2022. Deze ruimte bedraagt 0,4% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Inmiddels is deze ruimte ook onderverdeeld: 0,27% gemeenten, 0,08% provincies en 0,05% waterschappen. Op basis van de vastgestelde verdeelsleutel van de ‘geraamde netto-exploitatiekosten van het voorgaande jaar’ leidt dit voor Wetterskip Fryslân tot een (indicatieve) EMU-referentiewaarde van € 23,6 miljoen voor 2022. In onderstaand schema is deze waarde ook voor de latere jaren als referentiewaarde gehanteerd.
EMU-saldo | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
EMU-exploitatiesaldo | ||||||
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
Bruto exploitatiesaldo | -4,2 | 0,1 | 0,3 | 0,2 | 0,4 | |
Investeringsuitgaven | -74,0 | -72,5 | -76,2 | -80,3 | -75,3 | |
Afschrijvingslasten | 42,2 | 41,8 | 42,5 | 45,5 | 46,4 | |
Toevoegingen aan voorzieningen en onvoorzien t.l.v. exploitatie | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | |
Betalingen rechtstreeks uit de voorzieningen | -0,8 | -0,7 | -0,6 | -0,5 | -0,5 | |
EMU saldo | -36,3 | -30,8 | -33,5 | -34,6 | -28,5 | |
EMU-norm (referentiewaarde) | -23,6 | -24,0 | -24,5 | -24,9 | -25,4 | |
Overschrijding EMU referentiewaarde | 12,7 | 6,8 | 9,0 | 9,7 | 3,1 |
Het EMU-saldo komt in 2022 volgens de begroting hoger dan de (indicatieve) referentiewaarde uit.
Deze overschrijding wordt verantwoord geacht omdat:
- De overschrijding van het EMU-saldo wordt deels veroorzaakt door de voorfinanciering van gesubsidieerde projecten (POP3). Hierdoor is er een tijdsverschil tussen uitgaven en de subsidieontvangsten.
- Eventuele gevolgen van PFAS zijn niet meegenomen vanwege de onduidelijkheid die hierover nog bestaat. Op termijn zal er naar verwachting meer duidelijkheid ontstaan over de concrete gevolgen voor de op stapel staande projecten van Wetterskip Fryslân.
- De referentiewaarde voor het EMU-saldo een berekeningswaarde is waarover gerapporteerd wordt. De doelstellingen zijn opgehangen aan de gehele waterschapsector en niet alleen aan de individuele waterschappen.
- Aan het overschrijden van het EMU-saldo vooralsnog geen sancties zijn verbonden. Zolang daarvan geen sprake is, heeft het overschrijden van het saldo geen bedrijfseconomische consequenties.
Schuldquote (lange schuld)
De belastinginkomsten geven in belangrijke mate aan hoeveel schulden een waterschap kan dragen. De indicator schuldquote (langlopende schuld gedeeld door de belastingopbrengsten) geeft aan hoe lang er nog belasting moet worden geïnd om de schuld te elimineren na opheffing van het waterschap. Een daling van de indicator is een verbetering van de schuldpositie, een stijging is een verslechtering. In 2022 is de schuldquote 3,2.
In bovenstaande grafiek is de schuldquote van begroting 2022 (blauw) afgezet tegen de schuldquote uit de begroting 2021 (oranje).
Gezien de uitkomsten van de renterisiconorm en de langjarige ontwikkeling van de schuldquote, acht het dagelijks bestuur het verantwoord om met de huidige meerjarige investeringsplanning en bijbehorende ontwikkeling van de schuldpositie te werken.