Algemene ontwikkelingen
Inflatie
Voor de inflatieverwachtingen in de begroting hebben we aangesloten bij het streven van de Europese Centrale Bank om de Geharmoniseerde Consumptieprijsindex (HICP) op middellange termijn op of onder de 2% te houden om de prijsstabiliteit te handhaven. We hebben een inflatiepercentage van 2% aangehouden.
CAO en werkgeverslasten
De personele lasten stijgen als gevolg van cao-verhogingen, stijging van werkgeverslasten en periodieke verhogingen. Recent zijn de afspraken voor de cao voor 2021 geaccordeerd. Voor de jaren 2022 en verder wordt gerekend met een jaarlijkse verhoging van de personele lasten 2,5%.
Energie
In 2021 is het leveringscontract voor energie opnieuw aanbesteed. De prijs is grotendeels afhankelijk van de gasprijs en de CO2-prijs. Beide zijn in het afgelopen jaar flink gestegen. Voor 2022 en 2023 liggen de leveringstarieven al gedeeltelijk vast; hierin zit een stijging van meer dan 10%.
Vanaf 2021 is in de Begroting rekening gehouden met het opwekken van 8,4 MWh aan zonne-energie. Energie die niet direct wordt gebruikt, wordt teruggeleverd aan het net. Over de vergoeding die we krijgen voor deze teruggeleverde stroom betalen we wel bemiddelingskosten (mark-up) aan de leverancier. Als gevolg van een te betalen mark-up aan de leverancier komen de opbrengsten voor teruglevering van stroom ongeveer 20% lager uit.
De ontwikkeling van de netbeheerkosten is zeer onzeker. De verwachting is dat de netbeheerder in de komende jaren fors moet investeren in het elektriciteitsnet. Deze investeringen in het elektriciteitsnetwerk brengen een stijging van de tarieven voor netbeheer met zich mee. Over de kosten van netbeheer in 2022 kunnen we in de begroting 2022 nog geen voorspelling doen. De Autoriteit Consument en Markt stelt hiervoor in het najaar van 2021 maximum transporttarieven vast.
Rente
Rente
In de begroting 2022 is de renteontwikkeling opgenomen die is gebaseerd op de percentages zoals die zijn opgenomen in de begroting 2021 en de inzichten van de externe treasurer. Deze renteontwikkeling is geactualiseerd op basis van de meest recente gegevens en inzichten. De verwachting is dat de rente zich opwaarts zal bewegen. Voor de begroting 2022 en de volgende jaren is rekening gehouden met onderstaande rente-ontwikkeling.
Rentepercentages
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Korte rente | -0,30% | -0,10% | 0,40% | 0,90% | 1,40% |
Lange rente | 0,35% | 1,10% | 1,60% | 2,10% | 2,60% |
Korte rente
Kortlopende rentetarieven worden bepaald door de ontwikkelingen op de geldmarkt en dus door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De geldmarktrente is al lange tijd stabiel laag. Een fundamentele stijging van de korte rente wordt momenteel niet voorzien. Voor het begrotingsjaar 2022 wordt uitgegaan van een licht negatieve rente die geleidelijk oploopt naar 1,50% in 2026.
Lange rente
De kapitaalmarktrente is afhankelijk van de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Hier spelen dus de verwachtingen over de economie, de inflatie en politieke ontwikkelingen een belangrijke rol. Het beleid van Wetterskip Fryslân is om, evenals in voorgaande jaren, optimaal te profiteren van de lage korte rentestand. De lange rente wordt tussen een zekere bandbreedte nauwlettend in de gaten gehouden en in de treasurycommissie besproken. Zodra bij een rentestijging de bandbreedte wordt doorbroken, wordt meteen actie ondernomen om (een deel van) de kasgeldleningen om te zetten in een lange lening. Voor het begrotingsjaar wordt van een percentage voor de lange rente van 0,50% uitgegaan, oplopend naar 2,75% in 2026.